Quiz 9 februari 2023
Uitslag
Vraag 1/3
Ruben huurt van Zalig Wonen en wil van woning ruilen met Mohamed die huurt van Vastgoed bv. De woning van Mohamed is in de buurt van de woning van de ex van Ruben waar ook de kinderen van Ruben wonen. Ruben wil zo dichter bij zijn kinderen wonen. Ook huurt Mohamed een woning met een lift wat in verband met een fysieke beperking van Ruben prettig is. Mohamed vindt het prima om te ruilen, hij wil al langer weg uit de buurt waar hij woont en de woning van Ruben is ook wat goedkoper. Ook Zalig Wonen gaat akkoord met de ruil. Vastgoed bv gaat echter niet akkoord.
Ruben start een procedure tegen Vastgoed bv op grond van artikel 7:270 BW en vordert om hem als huurder in de plaats van Mohamed te stellen. Kan dit?
Ruben start een procedure tegen Vastgoed bv op grond van artikel 7:270 BW en vordert om hem als huurder in de plaats van Mohamed te stellen. Kan dit?
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
Toelichting
Een vordering tot indeplaatsstelling is geregeld in artikel 7: 270 BW. De vordering moet worden ingesteld door Mohamed. Hij zal moeten vorderen om Ruben in zijn plaats als huurder te stellen. De verhuurder van Ruben is immers al akkoord met de indeplaatsstelling door Mohamed. Overigens heeft de vordering in dat geval weinig kans van slagen: de huurder die een vordering instelt moet een zwaarwichtig belang bij de indeplaatsstelling hebben. Mohamed lijkt dit niet te hebben: hij wil gewoon weg uit de buurt en dat de woning wat goedkoper is, zal geen zwaarwichtig belang opleveren.
Kies een antwoord.
Vraag 2/3
Nog een keer dezelfde casus:
Ruben huurt van Zalig Wonen en wil van woning ruilen met Mohamed die huurt van Vastgoed bv. De woning van Mohamed is in de buurt van de woning van de ex van Ruben waar ook de kinderen van Ruben wonen. Ruben wil zo dichter bij zijn kinderen wonen. Ook huurt Mohamed een woning met een lift wat in verband met een fysieke beperking van Ruben prettig is. Mohamed vindt het prima om te ruilen, hij wil al langer weg uit de buurt waar hij woont en de woning van Ruben is ook wat goedkoper. Ook Zalig Wonen gaat akkoord met de ruil. Vastgoed bv gaat echter niet akkoord.
Welke stelling is juist?
Ruben huurt van Zalig Wonen en wil van woning ruilen met Mohamed die huurt van Vastgoed bv. De woning van Mohamed is in de buurt van de woning van de ex van Ruben waar ook de kinderen van Ruben wonen. Ruben wil zo dichter bij zijn kinderen wonen. Ook huurt Mohamed een woning met een lift wat in verband met een fysieke beperking van Ruben prettig is. Mohamed vindt het prima om te ruilen, hij wil al langer weg uit de buurt waar hij woont en de woning van Ruben is ook wat goedkoper. Ook Zalig Wonen gaat akkoord met de ruil. Vastgoed bv gaat echter niet akkoord.
Welke stelling is juist?
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
Toelichting
bij een vordering tot indeplaatstelling beslist de rechter met inachtneming van ‘de omstandigheden van het geval’. Er vindt een afweging plaats tussen de belangen van de huurder en de verhuurder. De belangen van de ruilpartner spelen in beginsel geen rol. Omdat de verhuurder van Mohamed niet instemt, zal Mohamed een vordering moeten instellen (zie vraag 1).
Het gaat dan ook om de zwaarwichtige belangen van Mohamed. Algemeen wordt aangenomen dat bij de belangenafweging tussen huurder en verhuurder geen rekening gehouden hoeft te worden met de belangen van de voorgestelde huurder, Ruben. Verdedigbaar is echter dat deze belangen ook horen bij ‘de omstandigheden van het geval’.
Het gaat dan ook om de zwaarwichtige belangen van Mohamed. Algemeen wordt aangenomen dat bij de belangenafweging tussen huurder en verhuurder geen rekening gehouden hoeft te worden met de belangen van de voorgestelde huurder, Ruben. Verdedigbaar is echter dat deze belangen ook horen bij ‘de omstandigheden van het geval’.
Kies een antwoord.
Vraag 3/3
Welk antwoord is onjuist?
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
Toelichting
Bij een woningruil dragen de huurders elkaar voor bij de verhuurder (s). Als deze instemt met de ruil kunnen er nieuwe huurovereenkomsten worden gesloten en kunnen nieuwe voorwaarden worden bedongen, bijvoorbeeld een hogere huurprijs. Bij een indeplaatsstelling door de rechter is geen sprake van een mutatie en worden de huurovereenkomsten volledig overgenomen door de ruilpartners inclusief de hoogte van de huurprijs
Antwoord a is juist: Volgens de wet moet huurder die een ander in zijn plaats als huurder wil stellen bij zijn vordering een ten behoeve van de voorgestelde huurder afgegeven huisvestingsvergunning overleggen. Uiteraard alleen als er een huisvestingsverordening is dit bepaalt.
Antwoord c is ook juist: als de verhuurder instemt is een procedure niet nodig en kan er een nieuwe huurovereenkomst worden gesloten met bijvoorbeeld een aanpassing van de huur
Antwoord a is juist: Volgens de wet moet huurder die een ander in zijn plaats als huurder wil stellen bij zijn vordering een ten behoeve van de voorgestelde huurder afgegeven huisvestingsvergunning overleggen. Uiteraard alleen als er een huisvestingsverordening is dit bepaalt.
Antwoord c is ook juist: als de verhuurder instemt is een procedure niet nodig en kan er een nieuwe huurovereenkomst worden gesloten met bijvoorbeeld een aanpassing van de huur
Kies een antwoord.