Quiz 8 mei 2025

Uitslag
Vraag 1/3
Farah heeft een huurovereenkomst gesloten op 1 oktober 2003. Er is door de verhuurder geen opnamestaat gemaakt bij het begin van de huur.

Farah gaat op enig moment verhuizen. De opzichter noteert bij de voorcontrole dat Farah een kattenluikje in de tuindeur moet verwijderen met herstel van de deur. Volgens Farah zat dit kattenluikje er al toen zij ging huren en is zij niet verplicht dit te verwijderen en de deur herstellen.

Klopt het wat Farah zegt?
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
a
Nee, het verwijderen van het luikje is een kleine herstelling. Kleine herstellingen zijn voor rekening van de huurder.
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
b
Ja, er is geen opnamestaat bij het begin van de huur gemaakt. Farah kan het luikje laten zitten. De verhuurder moet maar aantonen dat er geen luikje zat toen zij op 1 oktober 2003 ging huren.
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
c
Nee, de deur is beschadigd en alle schade aan de woning is voor rekening van de huurder.
Toelichting
De huurovereenkomst is na 1 augustus 2003 aangegaan, dus artikel 7: 224 lid 2 BW is van toepassing.

Er is geen beschrijving bij het begin van de huur gemaakt, wat volgens de wet betekent dat Farah het gehuurde in dezelfde staat kan opleveren als zij het heeft ontvangen. De bewijslast dat er geen sprake was van een kattenluikje bij het begin van de huur, rust op de verhuurder.

Het wil dus niet zeggen dat Farah als huurder het kattenluik niet hoeft te verwijderen, maar de verhuurder zal moeten bewijzen dat er in de woning geen kattenluik zat toen Farah de woning ging huren.
Kies een antwoord.
Vraag 2/3
Jan is huurder van De Betere Woning. Op enig moment trouwt hij met Brigitte en zij trekt bij hem in. Brigitte wordt door haar huwelijk met Jan automatisch medehuurder.

Een aantal jaar verder, besluit Brigitte om te verhuizen naar een andere woning. Ze blijft echter wel getrouwd met Jan. Twee jaar later zegt Jan de huurovereenkomst met De Betere Woning op.

Brigitte wil terugkeren naar de woning en beroept zich op haar medehuurderschap. De Betere Woning gaat hier niet in mee.

Heeft De Betere Woning gelijk?
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
a
Nee, Brigitte is nog steeds gehuwd met Jan en is daarom nog steeds medehuurder.
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
b
Nee, Jan kan de huurovereenkomst niet opzeggen zonder handtekening van Brigitte.
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
c
Ja, door het vertrek uit de woning is Brigitte helemaal geen medehuurder meer.
Toelichting
Brigitte heeft haar status van echtgenoot-medehuurder verloren door haar vertrek uit de woning.

De echtgenoot-medehuurder is alleen maar medehuurder, zolang de woonruimte de echtgenoot of geregistreerd partner tot hoofdverblijf strekt, zegt de wet (artikel 7: 266 lid 1 BW). Een geregistreerd partner wordt gelijk gesteld aan een echtgenoot.

Als Brigitte echter uit de woning was vertrokken in verband met een echtscheiding of scheiding van tafel en bed (en bij geregistreerd partnerschap: bij de ontbinding hiervan) zou zij haar medehuurderschap behouden hebben. Maar door ergens anders te gaan wonen, heeft zij niet langer het hoofdverblijf en verliest zij de status van medehuurder.
Kies een antwoord.
Vraag 3/3
Meneer El Hannaoui is overleden op 2 juli 2024. Wanneer eindigt zijn huurovereenkomst volgens de wet?
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
a
Op 2 juli 2024
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
b
Op 2 september 2024
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
c
Op 30 september 2024
Toelichting
Bij overlijden van de huurder eindigt de huurovereenkomst van rechtswege aan het einde van de tweede maand na overlijden (art. 7: 268 lid 6 BW).

De laatste huurdag is 30 september.
Kies een antwoord.