Quiz 7 september 2023

Uitslag
Vraag 1/3
Annemarie huurt een hoekwoning in Hoek van Holland met een achtertuin. In de achtertuin is aan beide zijden een houten schutting aanwezig als erfafscheiding en deze stond er al bij aanvang van de huurovereenkomst. Inmiddels woont Annemarie al 12 jaar in haar huurwoning en de houten schutting is in slechte staat en aan vervanging toe.

Wie moet zorgdragen voor het vervangen van de schutting?
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
a
De huurder is op grond van het Besluit kleine herstellingen gehouden om onderhoud te plegen aan – onder meer – erfafscheidingen en is dus ook verantwoordelijk voor het vervangen van de houten schutting zodra deze aan vervanging toe is;
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
b
De houten schutting is niet door de huurder geplaatst en behoort daardoor tot het gehuurde. Daarnaast is geen sprake van een kleine herstelling, omdat het vervangen van de schutting relatief hoge kosten met zich meebrengt. De verhuurder is om die reden gehouden om de schutting te vervangen.
Toelichting
Toelichting: op grond van het Besluit kleine herstellingen is de huurder gehouden tot het plegen van onderhoud aan erfafscheidingen, waaronder het vervangen van kapotte planken of segmenten van houten erfafscheidingen, het rechtzetten en recht houden van erfafscheidingen. Het geheel vervangen van een erfafscheiding die al aanwezig was bij het aangaan van de huurovereenkomst komt echter niet voor rekening van de huurder.

Het voorgaande is uiteraard anders indien de schutting door de huurder zelf is geplaatst bij aanvang van de huurovereenkomst. In dat geval is sprake van een ZAV en is de huurder zelf verantwoordelijk voor het onderhoud en de vervanging van de schutting indien dat noodzakelijk is.
Kies een antwoord.
Vraag 2/3
Een verhuurder heeft van verschillende huurders meldingen ontvangen over ongure types die door een huurder binnengelaten zouden worden en overlast veroorzaken, met name in de avond- en nachtelijke uren. De verhuurder wil graag camera’s ophangen in de algemene ruimten, zodat zij kan zien wat er precies gebeurt in de avond/nacht en daarmee ook een dossier kan worden opgebouwd voor een eventuele gerechtelijke procedure.

De verhuurder hangt in alle algemene ruimten camera’s op, zodat het eventuele overlastgevende gedrag kan worden vastgelegd. Alle personen die gefilmd worden zijn duidelijk in beeld. De huurders en personen die het woongebouw betreden zijn niet op de hoogte van het cameratoezicht, omdat de verhuurder wil voorkomen dat de overlastgevende personen zich ineens rustig houden.
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
a
Ja, dit mag op grond van de AVG. De verhuurder heeft een gerechtvaardigd belang bij het ophangen van de camera’s, omdat zij overlastmeldingen ontvangt van haar huurders. Daarnaast is het noodzakelijk om de camera’s op te hangen vanwege het tijdstip waarop de overlast plaatsvindt en ten behoeve van het opbouwen van een dossier. Op de verhuurder rust immers de verplichting om onderzoek te doen naar overlast die gemeld wordt en om vervolgens maatregelen te nemen.
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
b
Nee, dit is in strijd met de AVG. De verhuurder heeft weliswaar een gerechtvaardigd belang bij het ophangen van de camera’s, maar is verplicht om degenen die gefilmd worden te informeren, bijvoorbeeld door bordjes in het woongebouw op te houden.
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
c
Nee, dit is in strijd met de AVG en mag daarom niet. Camera’s moeten namelijk zo beperkt mogelijk worden ingezet en alleen het noodzakelijke filmen. Dat sprake is van overlast is daarvoor onvoldoende. Het onderzoek naar overlast en het opbouwen van een dossier weegt niet op tegen de belangen en privacy van alle personen die op deze manier worden gefilmd.
Toelichting
Toelichting: cameratoezicht in algemene ruimten in woongebouwen valt onder de AVG. Dat betekent onder andere dat voor het houden van cameratoezicht een duidelijk doel moet bestaan (artikel 5 AVG) dat op één van de grondslagen van artikel 6 van de AVG gebaseerd kan worden. Gaat het om cameratoezicht in winkels, bij woningen of op het werk, dan is de grondslag doorgaans het gerechtvaardigd belang (artikel 6 lid 1 onder f AVG).

Denk aan de inzet van bewakingscamera’s om de veiligheid te vergroten en vandalisme tegen te gaan. Daarvoor is wel vereist dat de inzet van camera’s noodzakelijk is en opweegt tegen de belangen van degenen die gefilmd worden. Over het houden van cameratoezicht moeten degenen die gefilmd worden van te voren worden geïnformeerd (artikel 14 AVG). Dit kan bijvoorbeeld met bordjes die daar op wijzen. De camera’s dienen zo beperkt mogelijk te worden ingezet, met andere woorden alleen het noodzakelijke filmen. Camera’s moeten als het mogelijk is niet op ramen en deuren van woningen gericht zijn, en mogen in beginsel niet de openbare weg filmen.

Van geval tot geval zal moeten worden beoordeeld of wordt voldaan aan de AVG. In gevallen van ernstige overlast, bestaande uit o.a. aanloop van derden die door een huurder worden binnengelaten, kan een verhuurder op goede gronden betogen dat camera toezicht noodzakelijk is.

Welke stelling is juist?
Kies een antwoord.
Vraag 3/3
Een huurder laat een huurachterstand van vier maanden ontstaan. De huurder is al een aantal keer per brief verzocht c.q. gesommeerd om de huurachterstand aan de verhuurder te voldoen, maar is niet tot betaling overgegaan. Het lukt de verhuurder ook niet om telefonisch in contact te komen met de huurder.

De verhuurder wil de huurovereenkomst daarom laten ontbinden en geeft de zaak uit handen aan de deurwaarder. De deurwaarder start vervolgens een gerechtelijke procedure waarin - onder meer - ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde en betaling van de huurachterstand wordt gevorderd.
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
a
De rechter zal de vordering zonder meer toewijzen, aangezien het vaste rechtspraak is dat een een ontbindingsvordering wordt toegewezen in geval van een huurachterstand van drie of meer maanden.
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
b
De rechter zal alle vorderingen afwijzen, omdat de verhuurder niet heeft voldaan aan de vereisten uit het Besluit gemeentelijke schuldhulpverlening, waarin – onder meer – is bepaald dat de verhuurder de huurder moet aanbieden om met zijn schriftelijke toestemming zijn contactgegeven aan het college voor schuldhulpverlening van de betreffende gemeente te verstrekken.
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
c
De rechter zal de vorderingen strekkende tot ontbinding van de huurovereenkomst afwijzen, maar de vordering strekkende tot betaling van de huurachterstand toewijzen.
Toelichting
Bij de vraag of de huurovereenkomst wordt ontbonden door de rechter is het Besluit gemeentelijke schuldhulpverlening van belang. Dit besluit geldt sinds 1 januari 2021. Als de verhuurder niet voldoet aan de verplichtingen uit dit besluit, dan is de kans groot dat de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde wordt afgewezen.

Hierin is - onder meer - bepaald dat de verhuurder inspanningen moet leveren om in persoonlijk contact te komen met de huurder, zodat de huurder gewezen kan worden op de mogelijkheden om huurachterstanden te voorkomen en te beëindigen en de huurder te wijzen op de mogelijkheden betreffende schuldhulpverlening vanuit de gemeenten. Daarnaast moet de huurder ten minste één keer een schriftelijke betalingsherinnering worden gestuurd én moet de verhuurder de huurder aanbieden om met zijn goedkeuring contactgegevens aan de gemeente te verstrekken.

Of de verhuurder heeft voldaan aan het voorgaande zal door de rechter worden betrokken in de “tenzij-clausule” (artikel 6:265 lid 1 BW). De zogenoemde belangenafweging.

Het voorgaande betekent echter niet dat de vordering tot het betalen van de huurachterstand zal worden afgewezen. Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 10 juni 2022 (ECLI:NL:RBROT:2022:5665).
Kies een antwoord.