Quiz 7 maart 2024

Uitslag
Vraag 1/3
De heer Ongeluk huurt een woning van de corporatie Gelukkig Wonen. Het college van burgemeester en wethouders besluit een maatwerkvoorziening voor de heer Ongeluk te treffen. De heer Ongeluk is namelijk getroffen door een ongeluk en is daardoor zeer slecht ter been geraakt. Hij heeft een traplift nodig en door het hele huis dienen steunbeugels en leuningen constructief te worden verankerd in de wanden.

Ook is een aanpassing van de badkamer nodig; het ligbad dient te worden uitgebroken om plaats te maken voor een zitdouche. De opdracht tot de aanpassingen wordt gegund aan Gelukkiger B.V. De heer Ongeluk heeft geen toestemming gevraagd aan Gelukkig Wonen. De heer Ongeluk moet drie jaar na het plaatsen van de voorzieningen wegens achteruitgang in zijn gezondheid verhuizen naar een verzorgingstehuis.

Moet hij de aanpassingen ongedaan maken?
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
a
Neen, daartoe is hij niet verplicht.
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
b
Ja, dat moet hij, omdat Gelukkig Wonen geen toestemming heeft gegeven voor de aanpassingen. Gedurende de huur heeft de corporatie de aanpassingen te accepteren, maar dat vrijwaart de huurder niet van zijn verplichting om de zonder toestemming aangebrachte veranderingen en toevoegingen bij het einde van de huur ongedaan te maken.
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
c
Neen, want niet de heer Ongelukkig, maar het college van burgemeester en wethouders moet de aanpassingen ongedaan maken. Dat college gaf immers ook de opdracht tot de aanpassingen.
Toelichting
Op grond van art. 2.3.7 lid 3 Wet maatschappelijk ondersteuning 2015 is het college van B&W noch de huurder verplicht de wijzigingen ongedaan te maken, ook al zijn ze zonder toestemming geplaatst.

Deze inbreuk op het eigendomsrecht van de verhuurder wordt toegestaan met het oog op de bescherming van gehandicapten. Wel wordt de verhuurder ter zake gehoord (art. 2.3.7 lid 2 Wmo).
Kies een antwoord.
Vraag 2/3
Een huurder constateert een aantal gebreken in zijn woning. Hij besluit daarom 25% van de huurprijs minder te betalen, omdat hij gestoord huurgenot ervaart. Hij laat dit per brief, waarin hij ook meldt wat de gebreken zijn, weten aan zijn verhuurder.

Is deze gang van zaken toegestaan?
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
a
Neen, huurverlaging wegens gebreken kan alleen via de rechter of de Huurcommissie.
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
b
Ja, want de huurder hoeft niet te betalen als hij geen waar voor zijn geld krijgt. Daar heeft hij geen speciale toestemming van de rechter voor nodig.
Toelichting
Art. 7:207 lid 1 BW meldt ‘vorderen’, wat betekent dat huurverlaging enkel via de rechter kan. Als alternatief is in artikel 7:257 lid 2 BW de procedure bij de Huurcommissie gegeven.
Kies een antwoord.
Vraag 3/3
Vladimir besluit om een zelfstandige woning te verhuren voor de duur van zes maanden aan Hassan (van 1 augustus 2022 tot 1 februari 2023). Hij weet niet zeker of dat verhuren wel iets voor hem is. Hassan blijkt een keurige huurder en Vladimir is verheugd met de extra inkomsten. Hij heeft Hassan daarom nog een huurcontract voor zes maanden aangeboden (lopend tot 1 juli 2023).

Vladimir zegt het einde van die tweede huurovereenkomst aan per e-mail die Hassan ontvangt in mei 2023. Komt de huur tot een einde?
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
a
Ja, want het einde is rechtsgeldig en tijdig aangezegd. Door de Wet doorstroming huurmarkt is het mogelijk om zelfstandige woningen tijdelijk te verhuren voor een maximale duur van twee jaar.
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
b
Neen, want Vladimir had het einde bij aangetekende brief of deurwaardersexploot moeten aanzeggen.
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
c
Neen, want het is niet mogelijk om opvolgend een tweede tijdelijk huurcontract te sluiten.
Toelichting
Juist, art. 7:271 lid 1, vijfde volzin, BW. Het is maar één keer mogelijk om een tijdelijk contract aan te bieden. Een opzegging geschiedt bij aangetekende brief of exploot. Een aanzegging geschiedt ‘schriftelijk’ en daaronder wordt ook e-mail verstaan.
Kies een antwoord.