Quiz 2 maart 2021

Uitslag
Vraag 1/3
Welk van de onderstaande werkzaamheden is geen kleine herstelling en zal door de verhuurder moeten worden uitgevoerd?
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
a
Het schilderen van de schutting die de tuin van de huurwoning afscheidt van een ander erf.
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
b
Het ontluchten van de centrale verwarming.
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
c
Het repareren van een rot raamkozijn.
Toelichting
Op grond van artikel 7:240 BW kunnen bij algemene maatregel van bestuur herstellingen worden aangewezen die als kleine herstelling moeten worden aangemerkt en in principe dus door de huurder zélf moeten worden uitgevoerd.

In de Bijlage behorende bij artikel 1 van het Besluit kleine herstellingen staat onder punt i als kleine herstelling opgenomen: “het ontluchten en bijvullen van het water van de verwarmingsinstallatie’’, en onder punt l. “indien de erfafscheidingen zijn geverfd of gebeitst: erfafscheidingen regelmatig verven of beitsen”. Het repareren van een rot raamkozijn wordt als een grote reparatie aangemerkt.
Kies een antwoord.
Vraag 2/3
Het is begin augustus en er is sprake van een hittegolf. Een huurder van een seniorenwoning in een seniorencomplex klaagt bij zijn verhuurder over het te warm worden van zijn woning.

In de woning wordt het namelijk al een drie weken niet kouder dan 28,5 graden Celsius. De verhuurder richt zich specifiek op de huisvesting van senioren en belooft meer te bieden dan alleen een comfortabele woning.

De huurder vraagt of de verhuurder maatregelen neemt. De verhuurder weigert dit vanwege de hoge kosten die een airco met zich meebrengt. Is er sprake van een gebrek?
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
a
Ja, er is sprake van een gebrek. De verhuurder moet voor verkoelingsmogelijkheden zorgen.
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
b
Nee, er is geen sprake van een gebrek. De huurder moet desgewenst zelf verkoelingsmaatregelen nemen.
Toelichting
Onder omstandigheden kan het “te warm” worden van een woning worden aangemerkt als een gebrek in de zin van artikel 7:204 lid 2 BW. Uitgangspunt (van de gebrekenregeling) is het genot dat de huurder op grond van de huurovereenkomst mag verwachten.

De kantonrechter van Roermond heeft in een vergelijkbare zaak geoordeeld dat in dit geval van de verhuurder verwacht mag worden dat deze maatregelen neemt om de woning voor de bewoning van senioren geschikt te maken (8 februari 2017, ECLI:NL:RBLIM:2017:1053).

Daartoe behoort volgens de rechter ook “dat het binnenklimaat van die woningen door de individuele bewoner zodanig kan worden geregeld dat de binnentemperatuur op een voor senioren aanvaardbaar niveau kan worden gebracht”.

Dit betekent dat in een geval als deze de verhuurder maatregelen moet nemen om de woning af te koelen.
Kies een antwoord.
Vraag 3/3
De huurderorganisatie in de zin van de Overlegwet heeft (in beginsel) instemmingsrecht op een voorstel tot fusie van de verhuurder.
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
a
Juist.
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
b
Dat ligt eraan of de verhuurder een toegelaten instelling is.
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
c
Onjuist.
Toelichting
In de Wet op het overleg huurders verhuurder (Overlegwet) staat dat de huurderorganisatie informatie- en adviesrecht toekomt over een voorstel tot fusie (art. 3 lid 2 sub g).

In artikel 53 lid 2 van de Woningwet staat echter dat (in beginsel) de huurderorganisatie(s) met een voorstel tot fusie van toegelaten instellingen moet(en) instemmen, voordat de minister om goedkeuring van de fusie wordt gevraagd.

Omdat de Woningwet in dit geval als speciale wet geldt en de Overlegwet als generieke wet, moet de Woningwet worden toegepast. Deze bepaling uit de Woningwet geldt alleen voor toegelaten instellingen.

Daarom is antwoord B juist. Is de verhuurder niet een toegelaten instelling, dan geldt dus geen instemmingsrecht, maar informatie- en adviesrecht.
Kies een antwoord.