Quiz 16 december 2021

Uitslag
Vraag 1/3
Een verhuurder is altijd verplicht om gebreken aan het gehuurde te verhelpen.
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
a
Juist
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
b
Onjuist
Toelichting
Hoofdregel is dat een verhuurder verplicht is om op verlangen van de huurder gebreken te verhelpen (art. 7:206 lid 1 BW). Uitzondering op die hoofdregel is het verrichten van kleine herstellingen (dat moet de huurder zelf doen). Uitzondering bestaat ook, indien het verhelpen van een gebrek onmogelijk is of uitgaven vereist die in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs niet van een verhuurder kunnen worden gevraagd. Deze laatste uitzondering doet zich in de praktijk amper voor.
Kies een antwoord.
Vraag 2/3
Ontbinding van de huurovereenkomst van woonruimte op initiatief van de verhuurder moet altijd via de rechter.
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
a
Juist
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
b
Onjuist
Toelichting
Hoofdregel is dat ontbinding plaatsvindt door de rechter (art. 7:231 lid 1 BW). Er bestaan twee uitzonderingen: de burgemeesterssluiting (art. 7:231 lid 2 BW) en wanneer een gebrek het huurgenot geheel onmogelijk maakt en de verhuurder niet verplicht is het gebrek te verhelpen (bijv. totaal afgebrand pand; art. 7:210 BW).
Kies een antwoord.
Vraag 3/3
Een woningcorporatie mag altijd een tijdelijk huurcontract aanbieden.
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
a
Juist
Uw antwoord was goed!
Uw antwoord was fout.
Het juiste antwoord was:
b
Onjuist
Toelichting
Sinds 1 juli 2016 geldt de Wet doorstroming huurmarkt. Op grond daarvan kunnen tijdelijke overeenkomsten worden gesloten (maximaal 2 jaar voor zelfstandige woningen; art. 7:271 lid 1 BW). Voor woningcorporaties (‘toegelaten instellingen’) geldt dat zij echter in beginsel geen tijdelijke huurovereenkomst mogen aangaan voor zelfstandige woningen (art. 48 Woningwet). De woningcorporatie mag dat alleen doen met een door de minister bepaalde groep (art. 22a Regeling toegelaten instellingen). In die groep zijn opgenomen: (a) studenten/werknemers uit het buitenland die hier tijdelijk zijn, (b) wisselwoningen in het kader van sloop-/nieuwbouw, (c) huurders afkomstig uit maatschappelijke opvang of in een sociale noodsituatie en (d) huurders met wie een tweede- of laatstekanscontract wordt aangegaan of aan wie wordt verhuurd in combinatie met een begeleidingscontract. Voor onzelfstandige woonruimte geldt deze beperking niet en mag tot 5 jaar tijdelijk worden verhuurd aan eenieder (art. 7:271 lid 1 BW).
Kies een antwoord.